• Tweegesprek

  • Tweegesprek

  • Tweegesprek

  • Tweegesprek

Geschreven door Dick van Veen

Het was Pinksterochtend.
De dienst was afgelopen.
We stonden met elkaar met koffie in de hand nog een beetje na te praten.
Ook over deze plek.
De plek waar we zojuist Pinksteren hadden gevierd en waar we elkaar als gemeenteleden en vertrouwde bezoekers, wonend op het terrein van GGZ, ontmoetten om samen weer een beetje op adem te komen.
Na verloop van tijd ging iedereen weer zijns en haars weegs.
Op het moment dat ook ik de deur uit zou lopen klonk er een diepe zucht.
Maar er was niemand meer in de kerk.
Ach ja, natuurlijk…..Ventje

Bij jij het ventje?

Jullie hadden het over mij, hè?

Ja, ventje, dat klopt.We hadden het over jou. Zoals we het de laatste tijd veel over jou hebben.

Precies, Dick, en sinds wanneer wordt er door jou óver mij en niet mét mij gepraat..?

Ho, wacht even Ventje…

Nee, nu moet jij even wachten. Kijk dat het niet iedereen gegeven is om mij mijn eigen verhaal te laten vertellen en dat de meesten het krankzinnig vinden om mij als gesprekspartner serieus te nemen, dat kan ik begrijpen. En dat dat misschien wel vooral mensen geldt die vanuit hun positie gewend zijn om zakelijk naar dingen en mensen te kijken, bestuurders bijvoorbeeld, dat snap ik heel goed. Hoewel, eerlijk is eerlijk, ook die soms de tijd nemen om hun oren te luisteren te leggen en dan ook horen hoe hun cliënten de mooiste en meest spirituele dingen zien, horen en zelf ook maken.

Maar tussen ons, Dick , is er toch al lange tijd een soort magie. Wij verstaan elkaar toch op een, ja, hoe zal ik dat nou zeggen… op een existentieel niveau…?? En dat is nu precies waar het om gaat, zo hoorde ik jullie vanochtend ook zeggen… Om mijn existentie. En omdat het om mijn existentie gaat wil ik daar zelf graag iets over zeggen.

Je klinkt een beetje pissig, Ventje.

Klopt… ben ik ook

Boos of…

Boos en… verdrietig

Vertel, Ventje.

Goed, jij hebt hier meer dan twintig jaar als geestelijk verzorger gewerkt en je bent hier nog bezig binnen de FPK. Jij hebt hier met je team binnen mijn muren prachtige diensten gehouden en andere creatieve en zinvolle bijeenkomsten georganiseerd voor en met cliënten. Ik heb het met eigen ogen gezien, hoe mensen opknapten. Even geen patiënt, maar gelijkwaardig mens onder mensen. Angst en somberheid was even niet overheersend. Onrust kon tot bedaren komen. En als onrust niet tot bedaren kon komen, er geroepen werd tijdens de dienst of weggelopen, was er een kop koffie van de koster in de hal.

Ik mag, zonder mij op de borst te kloppen, toch wel zeggen dat de gastvrijheid die ik hier liet en nog steeds laat zien een bijzondere gave van mij is. Mensen mogen hier zijn wie ze zijn, met hun mooie en lelijke kanten, met hun wanhoop en hun moed, met hun gekte, met hun tranen en met hun verlangen. Ja, toch, Dick?

Helemaal waar, Ventje.

Nu hoor ik dat bestuurders en economen van GGZ met hun handen in het haar zitten vanwege een moeilijke financiële positie. Ik begrijp heel goed dat er allerlei manieren gevonden moeten worden om inkomsten te genereren. En dat GGZ daarom gebouwen wil afstoten en in de verkoop doen snap ik ook. Maar…

Ja… Ventje…?

Nou ja, dat ik dan ook letterlijk en figuurlijk afgeschreven word, want zo voelt dat, dat maakt me droevig en ook wel een beetje boos.Weet je, Dick, als hier nou vanochtend ook een bestuurder had gezeten dan had ik graag ook even met hem of haar gepraat.

Wat had je hem of haar dan willen zeggen, Ventje?

Zal ik…?

Ja, ga je gang.

Geachte bestuurders en economen, zou ik willen zeggen, kennen jullie mijn geschiedenis? Kijk naar mij, hoor naar mij, lees mijn geschiedenis en ervaar misschien zelf ook dat ik niet alleen maar een gebouw ben, een hoop stenen die te gelde gemaakt kunnen worden.
Dat ik een plek ben waarmee mensen , waarmee ook uw cliënten diepe verbondenheid voelen.

Gek genoeg misschien… ook cliënten die hier niet komen, maar mij wel zien en horen. Symbool als ik sta voor de hoop dat er te midden van alle chaos iets van rust en vrede gevonden kan worden.

Ja, deze plek heeft te maken met existentie, met de mijne en met die van mensen. Omarm dan ook, geachte bestuurders, het ideaal, de passie van een grote groep fans van mij om van deze plek een plek van existentie te maken voor heel Assen en omgeving.

U, als bestuurders van een instituut dat mensen wil helen en helpen een volwaardige positie in de samenleving in te kunnen nemen, u kunt toch niet anders dan enthousiast worden bij het initiatief van een stadsklooster, een plek waar mensen uit Assen en omgeving, waar mensen van het terrein van GGZ, samen kunnen komen om rondom allerlei activiteiten te zoeken naar zin en betekenis in het (eigen)bestaan.

Gooi mij alsjeblieft niet op de markt. Dan blijft er niets over van waar ik ten diepste voor leef.

Verkoop al jullie gebouwen aan wie maar wil, maar doe mij toebehoren aan wie er voor kunnen zorgen dat ik kan blijven die ik ben en worden die ik nog veel meer kan zijn…

Plek van ontmoeting waar mensen, religieus of niet, ziek of gezond ,in muziek en theater, in gesprekken, in meditatie , in samen zijn, iets kunnen delen van hun angsten en verlangens, van hun moed der wanhoop en hun hoop.

Ik zie een prachtig bordje voor me: Stadsklooster het Ventje. Mede mogelijk gemaakt door GGZ Drenthe, die hiermee haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en zorg voor mensen gestalte wilde geven.

Ben je klaar, Ventje?

Ja, fijn dat je me liet uitpraten, want dat was even heel hard nodig.

Daar knap ook jij van op, hè?

Absoluut

Kan ik nog iets voor je doen?

Nee, hoor, Ik ga even genieten van de rust en de stilte in mijn eigen ruimte.

Mooi, hoor, dat jij dat allemaal zelf in huis hebt.

Ja, hè? Nou, doei, tot later.

Ja, tot later.